De Zee
В кварталах дальних и печальных,
что утром серы и пусты,
где выглядят смешно и жалко
сирень и прочие цветы,
есть дом шестнадцатиэтажный,
у дома тополь или клён
стоит, ненужный и усталый,
в пустое небо устремлён,
стоит под тополем скамейка,
и, лбом уткнувшийся в ладонь,
на ней уснул и видит море
писатель Дима Рябоконь.
Он развязал и выпил водки,
он на хер из дому ушёл,
он захотел уехать к морю,
но до вокзала не дошёл.
Он захотел уехать к морю,
оно — страдания предел.
Проматерился, проревелся
и на скамейке захрапел.
Но море сине-голубое,
оно само к нему пришло
и, утреннее и родное,
заулыбалося светло.
И Дима тоже улыбался.
И, хоть недвижимый лежал,
худой, и лысый, и беззубый,
он прямо к морю побежал.
Бежит и видит человека
на золотом на берегу.
А это я никак до моря
доехать тоже не могу —
уснул, качаясь на качели,
вокруг какие-то кусты в
кварталах дальних и печальных,
что утром серы и пусты.
что утром серы и пусты,
где выглядят смешно и жалко
сирень и прочие цветы,
есть дом шестнадцатиэтажный,
у дома тополь или клён
стоит, ненужный и усталый,
в пустое небо устремлён,
стоит под тополем скамейка,
и, лбом уткнувшийся в ладонь,
на ней уснул и видит море
писатель Дима Рябоконь.
Он развязал и выпил водки,
он на хер из дому ушёл,
он захотел уехать к морю,
но до вокзала не дошёл.
Он захотел уехать к морю,
оно — страдания предел.
Проматерился, проревелся
и на скамейке захрапел.
Но море сине-голубое,
оно само к нему пришло
и, утреннее и родное,
заулыбалося светло.
И Дима тоже улыбался.
И, хоть недвижимый лежал,
худой, и лысый, и беззубый,
он прямо к морю побежал.
Бежит и видит человека
на золотом на берегу.
А это я никак до моря
доехать тоже не могу —
уснул, качаясь на качели,
вокруг какие-то кусты в
кварталах дальних и печальных,
что утром серы и пусты.
In verre, droeve buitenwijken,
die ‘s ochtends leeg en somber zijn,
waar de seringen er belachelijk en zielig
bij staan op het plein,
daar staat een huis zestien etages,
waarnaast een populier verrijst
die uitgeput en overbodig
naar de verlaten hemel wijst;
en bij die populier een bankje,
daar slaapt al sinds een uur of twee
Dimitri Rjabokon, de schrijver,
hij ligt te dromen van de zee.
Hij heeft gedronken,
is verdomme voor altijd weg van huis gegaan,
hij wilde naar de zee vertrekken,
maar kwam bij het station niet aan.
Hij wilde naar de zee vertrekken,
die ieder leed verdrijven kan.
Hij heeft staan vloeken zag dat bankje,
ging liggen en daar snurkt hij dan.
Toen is de zee naar hem gekomen,
de zee met haar vertrouwd gezicht,
de blauwe zee is zelf gekomen,
glimlachend in het ochtendlicht.
Dimitri heeft toen ook geglimlacht.
En die bewegingloze vent,
vermagerd kaal en zonder tanden,
is ijlings naar de zee gerend.
En rennend ziet hij een gestalte
die in de gouden branding staat.
En dat ben ik, die ook voortdurend naar zee wil
en maar steeds niet gaat –
ik slaap en schommel op een schommel
tussen wat struiken op een plein.
In verre, droeve buitenwijken,
die ’s ochtends leeg en somber zijn.
Vertaling Anne Stoffel / Wolken boven E
die ‘s ochtends leeg en somber zijn,
waar de seringen er belachelijk en zielig
bij staan op het plein,
daar staat een huis zestien etages,
waarnaast een populier verrijst
die uitgeput en overbodig
naar de verlaten hemel wijst;
en bij die populier een bankje,
daar slaapt al sinds een uur of twee
Dimitri Rjabokon, de schrijver,
hij ligt te dromen van de zee.
Hij heeft gedronken,
is verdomme voor altijd weg van huis gegaan,
hij wilde naar de zee vertrekken,
maar kwam bij het station niet aan.
Hij wilde naar de zee vertrekken,
die ieder leed verdrijven kan.
Hij heeft staan vloeken zag dat bankje,
ging liggen en daar snurkt hij dan.
Toen is de zee naar hem gekomen,
de zee met haar vertrouwd gezicht,
de blauwe zee is zelf gekomen,
glimlachend in het ochtendlicht.
Dimitri heeft toen ook geglimlacht.
En die bewegingloze vent,
vermagerd kaal en zonder tanden,
is ijlings naar de zee gerend.
En rennend ziet hij een gestalte
die in de gouden branding staat.
En dat ben ik, die ook voortdurend naar zee wil
en maar steeds niet gaat –
ik slaap en schommel op een schommel
tussen wat struiken op een plein.
In verre, droeve buitenwijken,
die ’s ochtends leeg en somber zijn.
Vertaling Anne Stoffel / Wolken boven E
In 2006, the Dutch post-punk band De Kift set a couple of Boris Ryzhy’s poems, ‘The Sea’ (De Zee) and ‘In Conclusion’ (Tot Slot) to music.
These beautiful tracks can be found on their CD ‘7’ 2006.
dekift.nl
These beautiful tracks can be found on their CD ‘7’ 2006.
dekift.nl
The Sea / De Zee - track: 6
In Conclusion / Tot Slot - track: 3