 Main Page / Poems 

Sterren, lintjes, epauletten

Ордена и аксельбанты
в красном бархате лежат,
и бухие музыканты
в трубы мятые трубят.

В трубы мятые трубили,
отставного хоронили
адмирала на заре,
все рыдали во дворе.

И на похороны эти
любовался сам не свой
местный даун, дурень Петя,
восхищенный и немой.

Он поднес ладонь к виску.
Он кривил улыбкой губы.
Он смотрел на эти трубы,
слушал эту музыку.

А когда он умер тоже,
не играло ни хрена,
тишина, помилуй, Боже,
плохо, если тишина.

Кабы был постарше я,
забашлял бы девкам в морге,
прикупил бы в Военторге
я военного шмотья.

Заплатил бы, попросил бы,
занял бы, уговорил
бы, с музоном бы решил бы,
Петю, бля, похоронил.

Sterren, lintjes, epauletten

in een open rood etui.

Op verfrommelde trompetten

bliezen dronken musici.



Bliezen in de ochtend droeve

melodieën, ze begroeven

een gewezen admiraal

en we huilden allemaal.



Eén van ons was niet zo’n beetje

Overstuur en in zijn sas:

onze achterlijke Peetje.

Sprakeloos en enthousiast.



Salueert hij fanatiek,

met zijn lippen in een vette

grijns bekijkt hij die trompetten,

luistert hij naar die muziek.



Maar toen hij gestorven was,

kwam er niemand om te spelen.

Stilte, wat is dat vervelend.

Stilte, God, dat geeft geen pas.



Als ik ouder was geweest,

had ik met de uitvaartmeiden

iets geritseld in de geest

van een echte onderscheiding,



Legerspullen, nog zo wat,

had ik de muziekman, weet je,

omgekocht, zodat ik Peetje

fokking mooi begraven had.

Vertaling Anne Stoffel / Afscheid in Rusland